New England, 1890. Vuurtorenwachters Thomas (Dafoe) en Ephraim (Pattinson) zullen samen een maand moeten doorbrengen in een verlaten vuurtoren op een afgelegen eiland. Het wordt een onvergelijkbare battle of wills, waarbij koortsdroom en werkelijkheid regelmatig in elkaar overvloeien.
Na zijn alom bejubelde debuutfilm The Witch (2015) schiet Eggers opnieuw raak met deze kostuumhorrorfilm, die met één locatie en twee weergaloze hoofdrolspelers een complete, ziltige hel oproept. Eggers en cameraman Jarin Blaschke draaiden op zwart-witfilm en met een 1,19:1-beeldverhouding, dat een vervreemdend smal kader oplevert en zo zelfs zeepanorama’s claustrofobisch maakt en veel nadruk legt op de gestalten van de mannen en de ranke vorm van de vuurtoren.
Het gebouw is feitelijk het derde hoofdpersonage van de film, die op het filmfestival in Cannes werd bekroond met de prijs van de internationale filmkritiek. Het trappenhuis lijkt soms een krullende zeedrakenstaart, terwijl de misthoorn, bulderend door Mark Korvens hyperintense soundtrack, een gekmakend ritme verleent aan de werkzaamheden van de vuurtorenwachters. (Bron De Volkskrant)