Sterben begint bij de genadeloze aftakeling van de vader. De kinderen worden vooral in beslag genomen door de rommeligheid van hun eigen levens. Broer Tom dirigeert een klassiek stuk (het gelijknamige stuk ‘Sterben’). Terwijl Tom zijn muziekstuk probeert te voltooien, worstelt zijn zus Ellen met haar innerlijke demonen en slijt haar dagen in dronkenschap. Hun moeder Lissy haalt opgelucht adem als haar dementerende echtgenoot eindelijk in een verzorgingstehuis wordt geplaatst, maar haar geluk is van korte duur als haar eigen gezondheid het laat afweten.
Wat Lissy, Tom en Ellen verbindt, behalve hun achternaam, is hun muzikale talent – het vermogen om zuiver te zingen, toon te houden en een orkest te dirigeren, en wellicht hun egoïsme, tot ze worden geconfronteerd met de dood. Hoewel de naderende dood van de vader de gezinsleden wel min of meer samenbrengt, ontvouwt zich langzaam een dynamiek tussen de drie familieleden die vooral hun afkeer van elkaar blootlegt.
Er zit een rust in de vertelling die niks afdoet aan het spanningsveld. De film is vooral heel krachtig door de sardonische en genadeloze toon.
Lars Eidinger, Corinna Harfouch, Lilith Stangenberg, Robert Gwisdek, Anna Bederke, Ronald Zehrfeld